Over mijn ervaring met het boek van Thomas Mann ‘De Toverberg’
In 1967 zong de zangeres Grace Slick van Jefferson Airplane “Remember what the dormouse said: Feed your head!
Feed your head, lees boeken! Een verwijzing naar mijn favoriete sprookjesverhaal uit 1865 ‘Alice in Wonderland’
Vandaag gaat het niet over het boek van Lewis Caroll, wel over het boek van Thomas Mann.
Mijn liefde voor boeken begon toen ik net kon lezen en er een piepkleine bibliotheek kwam in onze gemeente.
Een achterkamer van de plaatselijke parochiezaal deed dienst als boekenverzamelplaats.
Ik herinner me nog heel levendig de donkere kleine stoffige ruimte met vermufte oude boekengeur.
Daar, op die plek werd een zaadje gepland. Een zaadje dat uiteindelijk zal leiden naar de Toverberg.
In de boeken kon ik verdwijnen naar een andere tijd, een ander land. Een plaats ver weg van de piepkleine gemeente met de bibliotheek die een speldeknop groot was.
In mijn kleine kinderwereld bevond zich ook het verhaal van de tantes en nonkels van mijn moeder.
Omer en Albert waren schrijnwerkers met een duivenmelkers hobby.
Tante Alfonsine, zeer overtuigend katholiek en lid van de derde orde, zwaaide de plak in het huishouden met haar broers.
En dan was er nog tante zuster, zo werd ze genoemd als we spraken over haar. Ze werd geboren als Camille en kreeg in het klooster een nieuwe naam, zuster Amata. Ze woonde in het klooster in de parochie Louise-Marie in Maarkedal.
Mijn grootmoeder, Margareta, was de enige die huwde en kinderen kreeg. Ik was het eerste kleinkind in de familie.
In mijn herinneringen loop ik nog vaak rond in het huis van tante Alfonsine met donker bruine houten lambrisering dat vaak naar peperkoek en vlaaien rook. Ook in het klooster in Maarkedal ben ik nog vaak aan het voetballen met moederoverste in de immense grote reftergeurende gangen met vooroorlogs appelblauwzeegroene vinyl.
Het klooster werd in 1900 gebouwd als een sanatorium voor verpleging van rustbehoevende dames en werd beheerd door de zusters van Barmhartigheid van Ronse.
Daar komt De Toverberg om de hoek kijken.
Die ervaring in dat gebouw van tante zuster is voor eeuwig verbonden aan het verhaal van Thomas Mann.
In dat boek wonen ook mijn kindertijdherinneringen.
De oneindige gangen en ontelbare deuren.
Een groot gebouw dat een gevoel van bescherming en tegelijk ook een gevoel van spanning en avontuur bracht.
Een nieuwe wereld vol met deuren waar zich kamers bevonden waar ik nog nooit was geweest, ik was heel nieuwsgierig van aard. Het riep een gewaarwording van veiligheid op. Een kleine wereld, een beheersbare wereld.
Een wereld in een wereld waar je gewoon alles kan ontdekken. Waar binnenin een andere tijdsbeleving heerst, andere afspraken gelden, een andere klok tikt. Daarom blijft het verhaal van de Toverberg ook plakken. Het geeft me een ‘cocon’ gevoel, een veilig deken.
Een omhulselgevoel dat ook naar boven kwam bij het begin van de corona periode.
De tijd stond stil, er heersten plots andere regels. De wereld werd een heel stuk kleiner. Dat deed me herinneren aan mijn kindertijd, wanneer mijn wereld ook heel klein was.
Bij het begin van de lockdown ben ik ingetrokken bij Jan.. We hadden samen heel veel boeken.
Vreemd genoeg hadden we geen enkel boek dubbel behalve het boek van Thomas Mann ‘De Toverberg’.
We hadden de vertaling van Hawinkels nu in drievoud in onze boekenkast staan.
Ik had zin in een nieuwe vertaling, dit keer wou ik het boek écht volledig gaan lezen. De vertaling van Hawinkels hield me toch af en toe wat tegen. En er was een nieuwe versie op de markt van Hans Driessen. Dus, ik kocht een exemplaar online.
Naast heel veel lezen heb ik ook heel veel geschilderd en getekend in die corona periode.
Zo kwam ik op het idee om 1 boek van De Toverberg op te offeren voor de reeks van vrouwelijke filosofen die ik ging tekenen.
In mijn werk heb ik veel aandacht voor vrouwen. Op een onbewuste manier ging ik op zoek naar mijn heldinnen, mijn voorbeelden. Vrouwen waar ik kon naar opkijken, vrouwen waar ik iets kon van leren, iets kon herkennen. Misschien heeft dat te maken met het feit dat mijn grootmoeder heel vroeg is overleden. Ik was vijf toen ze stierf. Nadien heb ik vaak een gemis ervaren. Een onbestemd gemis dat ik later kon ontcijferen als ‘de afwezigheid van de oude wijze vrouw’.
Ik deed opzoekingswerk naar vrouwelijke kunstenaars, vrouwelijke denkers, Vrouwen waarmee ik me kon identificeren. Vrouwen die mijn grootmoeder kon vervangen, wijze vrouwen, geleerde vrouwen. Een verdere zoektocht naar mezelf.
Deze zoektocht is zo’n 8 jaar geleden begonnen.
Zoals bij vele mensen had ik ook eerst een dieptepunt nodig om tot een keerpunt te kunnen komen.
In 2016 verloor ik alle vastigheid rondom mij.
Wanneer je alles verliest blijft enkel de kern over, de essentie. Die essentie had ik nog nooit eerder gezien. Die essentie voelde aan als een hergeboorte. Ik woonde ondertussen voor het eerst in mijn leven alleen en deed wat ik mijn hele leven al wou doen, ik schreef me in op de kunstacademie. Voor het eerst in mijn leven voelde ik me op mijn plaats.
Terug naar 2020, de lockdown was net van start gegaan en ik had alle tijd om me te verdiepen in mijn zoektocht naar vrouwelijke filosofen.
Ik begon met Lou Salomé, de intrigerende vrouw met het zweepje samen op de foto met Friederich Nietzsche en Paul Ree.
Lou Andreas-Salomé was een Duits Russische psychoanalytica en schrijfster.
Naar waarschijnlijkheid zou Thomas Mann Lou Salomé in z’n hoofd hebben gehad toen hij de figuur Claudia Chauchat heeft bedacht. Een achtentwintig jarige Russin met kirgiezenogen.
Daarna kwam Hannah Arendt en haar visie over het totalitarisme en de banaliteit van het kwaad. Alles over de tweede wereldoorlog boeide me mateloos.
Ayn Rand vond ik een intrigerende figuur. Ze was superpopulair in de Verenigde Staten en de grote onbekende in onze contreien.
Simone Weil en haar agnostische roots die zich ging verdiepen in de christelijke mystiek, rechtvaardigheid ademde en met haar frêle lijf ten oorlog trok en stierf op vrij jonge leeftijd in een sanatorium aan tuberculose.
En natuurlijk zocht ik ook een feministisch voorbeeld. Zo kwam ik terecht bij Simone de Beauvoir.
Door over hen te lezen leerde ik de wereld beter kennen. Ik leerde mezelf beter kennen. Ik kwam tegelijk ook bij mijn eigen interesses terecht.
Psychologie (Lous Salomé), politiek rond WO II (Hannah Arendt), boeken, film en literatuur (Ayn Rand), religie (Simone Weil) en het feminisme (Simone de Beauvoir)
Deze vrouwen tekende ik op de bladzijden van mijn favoriete boek.
Vandaag, na een paar jaar, merk ik dat het werk een eigen leven is beginnen leiden.
Tijdens tentoonstellingen heb ik zeer interessante gesprekken rond mijn werken. Mensen die het zien vertellen weer nieuwe verhalen. De vrouwen in kwestie gaan in conversatie met de Toverberg. In mijn gedachten lopen ze rond in de gangen van het sanatorium. Naast madame Chauchat gaan de vrouwen ook een rol spelen in het werk van Thomas Mann. Dit verhaal leeft verder en krijgt nog een vervolg.
Zoals ook het verhaal van Hans Castorp verder leeft in ieder van ons.
Onlangs maakte ik ook een portret van de schrijver op de bladzijden van zijn eigen verhaal. Hij hangt nu bij ons in de living naast al die vrouwen. Dan kan hij alvast zichzelf verdedigen tijdens het nachtelijke magische heksenuur wanneer iedereen slaapt.
Veerle Verbeke, beeldend kunstenaar op 15 december 2024 in het Filosofiehuis Het Zoekend Hert in Antwerpen tijdens de viering van 100 jaar De Toverberg.
Beeld: Veerle Verbeke met haar portret van Lou Salomé getekend op de originele pagina's van De Toverberg.
Lees meer over De Toverberg collectie en de tentoonstelling
Copyright © Alle rechten voorbehouden Veerle Verbeke & Studio Rodeberg 2020 - 2024
Contact 0032 468 23 57 78. mail. veerle@veerleverbeke.be